Niki en zijn vrienden behoren tot de gemarginaliseerde onderklasse en wonen aan de rand van Santiago. Tijdens de overgang van Chili van dictatuur naar democratie (1988-1990) banen ze zich een weg van door drugs en drank gevoed nihilisme en kleine criminaliteit naar de wereld van marktgedreven illegaliteit en begint Niki een schijnbaar voorbestemde relatie met de middenklasse 'loca', Manuela. Gedenkwaardige personages, citeer bare dialogen en een mix van aards nationaal portret en surrealistische bloei maken dit een van de belangrijkste Chileense films van de jaren negentig.